Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Gepubliceerd op 14-03-2019

Titulatuur

betekenis & definitie

Titulatuur - Aan Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden, enz. Aan H. M. de Koningin Moeder der Nederlanden. Aan Zijne Koninklijke Hoogheid enz.

Graaf, Baron, Jonkheer:

Hoogwelgeboren Heer, adellijke weduwe : Mevrouw de Douairière; niet adellijke aanzienlijke personen: weledelgeboren Heer of Vrouwe, deftige burgerij : weledele Heer, Mevrouw, kleine burgerij: Heer, Mejuffrouw, Ministers, Ministers van Staat, Gezanten, Gouv. Generaal, Admiraals, Vice-Admiraals, Luit. Generaals, Gouverneurs : Excellentie.

Leden van de hooge colleges van Staat, Hoofdofficieren :

Hoogedelgestrenge. Inspecteurs, Subalterne Officieren, Consuls, Mr. in de Rechten, Ingenieurs, Accountants, Notarissen, burgemeesters, leden van de Rechtbank, den gemeenteraad : Weledelgestrenge.

< >