Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Gepubliceerd op 14-03-2019

Levensverzekering

betekenis & definitie

Levensverzekering - Evenals andere assurantiën heeft de levensverzekering ten doel, de schade, die door enkelen geleden wordt, over velen te verdeden en door dezen te doen betalen. Ons W. v. K. wijdt slechts 7 artt. aan dezen zoo hoogst belangrijken vorm van verzekering, wellicht daardoor, dat men bij het maken van dit wetboek niet voorzag, dat de levensverzekering in ons land die uitbreiding zou krijgen, welke zij thans reeds heeft en die ongetwijfeld nog verre is van hare grenzen. W. v. K. artt. 302 tot 308.

De bepaling der verzekerde som en der voorwaarden van verzekering staat geheel aan partijen. De berekening der tarieven steunt op zoogenaamde sterftetafels, die allengs met grooter juistheid worden samengesteld. De bestuurders der onderscheidene levensverzekeringsmaatschappijen leggen een zeer groote vindingrijkheid aan den dag, wat het bedenken betreft van verschillende vormen, waaronder de levensverzekering zich kan voordoen. De voornaamste zijn die, waarbij overeengekomen wordt de uitkeering van een kapitaal bij overlijden, bij leven op zeker tijdstip of vroeger overlijden; renten, betaalbaar bij leven, renten betaalbaar aan bepaalde personen bij overlijden van den verzekerde, renten betaalbaar bij leven of na overlijden, enz. enz.

Eerst de laatste 50 jaar is deze tak van verzekering te onzent tot bloei gekomen. In verschillende landen is het bedrijf van levensverzekering onder strenge contrôle van rijkswege geplaatst. Te onzent is een wetsontwerp ingediend om hiertoe eveneens over te gaan.

Levensverzekering Bazenet, E., De l’assurance sur la vie. 5 fr.

— Aussprüche hervorragender Persönlichkeiten üb. die Lebensversicherung. Wien, J. Eisenstein & Co. M —.50. — Bohren, A., D. Versicherungsbedingungen und wicht. Prämiensätze d. in d. Schweiz konzessionierten Lebensversicherungsgesellsch. 1911. Bern. G. Grunau. M 1.75. — Broecher, Die Grundzüge d. Lebensversicherungstechnik. Berlin, Puttkammer & Mühlbrecht M 2.—. — Derselbe, Die deut. Lebensu. Unfall-Versicherungs-Gesellschaften. Uebersichtliche Darstellg. der Geschäftsergebn. in den J. 1905—1909. Wien, J. Eisenstein & Co. M. 1.25. — Kahlo, E., Vergleichende Zusammenstellung der Versicherungsbedinggn. u. wichtigsten Prämiensätze der im Deut. Reiche arbeitenden Lebensversicherungsgesellsch. 1910. Berl., Mittler & S. Leinw. M 1.50.

— Bruijn, Wm. de, Geïllusteerde Encyclopaedie, woordenboek der levensverzekering.

Uitgave van „De Voorzorg”, Populair Orgaan van levensverzekering enz., Rotterdam 1901.

— Dorsten, R. H. van, De „Generale Regul” van Johan de Wit.

In Arch. v. d. Verzekeringswetenschap, dl. 11 (1909-10), bl.319-325.

Levensverzekering Geer, Dr. P. van, De aanstaande wettelijke regeling van het levensverzekeringsbedrijf.

Uitgave van De Nederl. Boeken Steendrukkerij voorheen H. L. Smits, ’s-Gravenhage 1909.

— Grooten, J. Studiën over levensverzekering, financiën en boekhouding. Amsterdam, W. Versluys, 1911.

— Hijlkema-Couperus, P., De vrouw en de levensverzekering f 0.15 Rotterdam. Nijgh en v. Ditmar’s Uitgevers Maatschappij.

— Kist, J., Het wetsontwerp tot regeling van het levensverzekeringsbedrijf.

In De Economist, jg. 62 (1913), blz. 357-366.

— Kok, Bz. H. H., Boekhouding voor den agent van levensverzekering, alsmede voor ziekenfondsen. Amsterdam. W. Gosler & Co.

— Kok, J. L., Elementair leerboek van het boekhouden en de berekeningen in het levensverzekeringsbedrijf.

Uitgave van G. Delwel, ’s-Gravenhage 1911.

— Lefort, J., La prime en matière d’assurance sur la vie. M 2.50.

— M’Lauchlan, J. J., On life assurance bookkeeping.

— Nijst, J. J. M. H., Balansen van levensverzekerings-maatschappijen.

In Accountancy, jg. 11 (1913) blz. 94-96; 110-112.

— Pik, J., Zur Lebensversicherung. Winke und Rathschlage an Versicherte und Versicherungs-Candidaten.

Uitgave van H. Wristers, Groningen 1895.

— Pimentel M. Henriquez, Populaire handleiding voor renten en levensverzekeringsberekeningen, vooral ten dienste van inspecteurs en agenten van levensverzekeringmaatschappijen, naar Tesdorf’s kleines Handbuch der Renten und Lebensversicherungs-Rechnungen.

Uitgave Haagsche Boekhandel- en Uitgevers-Maatschappij, ’s-Gravenhage, 1896.

Levensverzekering Schevichaven, Mr. J. van, De ontworpen regeling van het levensverzekeringsbedrijf.

Overdruk uit het Septembernummer van „de Mentor”.

— Sprague, T. B., A treatis(e) on life insurance accounts.

Charles & Edwin Layton, Londen.

— Wichers, Jhr. A. W., Een Nederlandsche wet op het levensverzekeringsbedrijf.

In Arch. v. d. Verzekeringswetenschap, dl. 12 (1910-11), blz. 274-348.

< >