Borgtocht - een overeenkomst, waarbij een derde zich ten behoeve van den schuldeischer verbindt, om de verbintenis van den schuldenaar te voldoen, indien deze daartoe zelf niet bij machte is. (B. W. art. 1857). Eene eerste voorwaarde voor een borgtocht is eene wettige hoofdverbintenis. Men kan zich echter ook borgstellen voor een verbintenis, al mocht die ook vernietigd kunnen worden door eene exeptie, welke alleen den verbondere in persoon betreft, b.v. ingeval van minderjarigheid.
Een borg kan zich tot niets meer noch tot meer bezwarende voorwaarden verbinden, dan waartoe de hoofdschuldenaar verbonden is. Borgtocht kan ook worden aangegaan voor een gedeelte der schuld of onder minder bezwarende omstandigheden. Is de borgtocht voor meer dan de schuld, of onder meer bezwarende omstandigheden aangegaan, dan is hij wel niet geheel van onwaarde, maar bepaalt zich slechts tot hetgeen in de hoofdverbintenis is begrepen. Men kan zich borgstellen met voorkennis van hem, voor wien men zich verbindt, door hem daartoe te zijn aangezocht al of niet, ook buiten zijn weten. Ook kan men zich borgstellen voor den hoofdschuldenaar niet alleen, maar ook voor diens reeds gestelden borg. Borgtocht wordt nooit verondersteld, maar moet uitdrukkelijk worden aangegaan; men kan die niet verder uitstrekken dan de bepalingen, waaronder hij is aangegaan.