Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Gepubliceerd op 13-03-2019

Beurstijd

betekenis & definitie

Beurstijd - de tijd, die vroeger door gewoonte, maar tegenwoordig bij reglement bestemd is voor de samenkomst der kooplieden op de beurs, om daar hunne handelszaken te verrichten. Op sommige plaatsen wordt het begin, op andere het einde, ook het begin en het einde van de beurstijd door het luiden van een klok, het „beursklokje”, aangekondigd. De officiëele beurstijd is naar de reglementen de eenige, waarin altijd de officiëele koersnoteeringen worden opgemaakt.

Zij, die „voorbeurs” of „nabeurs” houden, kunnen geen officieelen koers noteeren en zich niet beroepen op de beursreglementen. Het zijn die personen, die het oogenblik van den officiëelen beurstijd niet kunnen afwachten en reeds vóór dien tijd met hunne zaken aanvangen (voorbeurs), of die nog na het eindigen ervan hunne zaken voortzetten (nabeurs). De beurstijd is voor de verschillende plaatsen zeer uiteenloopend.