Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Gepubliceerd op 13-03-2019

Assuradeur

betekenis & definitie

Assuradeur - (Eng. insurer, Fr. assureur, D. assekurant, versicherer). Verzekeraar, hij die de verplichting op zich neemt, iemand tegen eene bepaalde vergoeding of premie van assurantie voor een bepaalden tijd tegen verlies of schade van goederen, hem toebehoorende, te vergoeden. Deze schade of dit verlies moet ontstaan zijn door uitwendige oorzaken als brand, storm, schipbreuk, oorlog enz.

Ook: wie door uitkeering in geld risico’s in verband met het leven of den dood van anderen verzekert. Zie Assurantie.