Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

waakhond

betekenis & definitie

Renner die als bewaker van de belangen van zijn kopman als reserve met een of andere vluchter meerijdt en later eventueel zijn eigen kans rijdt. Vgl. bewaker.

De vroegere provinciegenoot van Hoffman raakte zijn waakhond Siemons echter niet kwijt, zodat Breukink zich al snel overgaf aan het Zwitserlevengevoel dat zes dagen voor de start van de Tour de France in hem begint op te borrelen. (Trouw, 29/06/1992)

Het gezelschap dat elkaar vond en op stap ging voor een ontsnapping van ruim 150 kilometer, mocht er zijn: Michele Bartoli, Axel Merckx, Laurent Brochard, Rik Verbrugghe en Frederic Bessy, van wie de laatste puur als waakhond van gele truidrager Stuart O’Grady fungeerde. (Algemeen Dagblad, 14/07/2001)