Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

veldrijden

betekenis & definitie

Discipline van de wielersport, waarbij het parcours van een terrein van natuurlijke hindernissen deels lopend, deels fietsend wordt afgelegd. Start en finish hebben plaats op een verhard weggedeelte. Sedert het begin van de twintigste eeuw. In zwang gebracht door de Fransman Daniël Gousseau. Veel weg- en baanrenners beschouwden het veldrijden aanvankelijk als een methode om in de wintermaanden in conditie te blijven. In het begin gebruikte men fietsen zonder versnellingen en kwam men uit tegen lopers. Deze sporttak werd pas echt populair in de jaren vijftig van de twintigste eeuw.

In het Noorderplantsoen te Groningen is gestreden om de provinciale kampioenschappen veldrijden van Drente, Friesland en Groningen. (Leeuwarder Courant, 11/01/1971)

De eerste kampioen veldrijden van Frankrijk in 1902 was een zekere Baeder. Een bekendere kampioen was echter Tour de France-winnaar Octave Lapize. (Gijs Zandbergen & Wout Koster: Een wielrenner die rijdt steekt zijn hand niet op. 1986)