Clichébenaming voor de fiets. De spoortrein werd vroeger weleens ‘het ijzeren ros’ genoemd. Vgl. Frans: la petite reine. Duits: Stahlross.
Nu eens geheel los op zijn wiel zittende, het alleen door wendingen van het lichaam besturend, dan als een amazona aan ééne zijde gezeten, vervolgens met het achterwiel van den grond, ja zelfs op het zadel staande, wist de behendige wielrijder zijn stalen ros voort te bewegen. (Leeuwarder Courant, 15/08/1888)
Volledig ontredderd zat hij bijna achterstevoren op zijn fiets. Hij maakte duidelijk aanstalten om zijn stalen ros aan de Franse wilgen te hangen. (Raymond Kerckhoffs 8c Robert Janssens: Triomf en tragiek op de Tourcols. 2003, Knetemann over Michel Pollentier)
