Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

soigneur

betekenis & definitie

Franse term voor verzorger. Wellicht de belangrijkste persoon in een wielerploeg. Hij moet er bijv. over waken dat de renner geen verboden middelen krijgt toegediend. Verder houdt hij in de gaten of er niks verkeerds wordt gegeten. In het begin werden soigneurs nog beschouwd als een soort druïden met wonderzalfjes en wonderdrankjes. Tegenwoordig heeft zelfs de kleinste ploeg een arts die voor iedere coureur het programma bepaalt en van de soigneur een uitvoerder maakt. Zo is de soigneur verantwoordelijk voor het opdienen van het middagmaal in de ravitailleringszone. Hij moet er dan voor zorgen dat zijn renners, vaak met hoge snelheid, niet naast het etenszakje of musette grijpen. Wanneer iedereen van voedsel is voorzien moet hij naar het hotel om de bagage af te zetten. Na de wedstrijd moet hij kampioenen en helpers verwennen op de massagetafel. Verder dient hij in de keuken na te gaan of het diner wel volgens de regels van de kunst wordt klaargemaakt. In de ploeg Post was Ruud Bakker een bekende Nederlandse soigneur.

Elke ‘soigneur’ had zo zijn paardenmiddelen achter de hand, produkten die zoniet je fysieke konditie verbeterden, dan toch lieten geloven dat ze zulks deden. Nu komen voor vitamines en ander spul de renners meestal bij de dokters terecht, maar aangezien het bereiden van allerlei wonderdrankjes in feite de gemakkelijkste opdracht voor de verzorger was, blijft hij nu nog met de handen (letterlijk) vol werk zitten. (Robert Janssens: Vreugde en verdriet in de Tour. 1985)

De verzorger is in de jaren zestig zo ongeveer de spil van de ploeg. De ploegleider zorgt voor de centen, de mecanicien voor het materiaal, maar de soigneur is manus-van-alles. (Peter Ouwerkerk: Parijs is nog ver. Zintuiglijke sensaties uit honderd jaar Tour de France. 2003)