Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

outsider

betekenis & definitie

Engelse term voor een veelbelovend renner die nog nooit echt heeft gepresteerd, maar tot uitschieters in staat wordt geacht; geen echte kanshebber. De naam werd ontleend aan de paardenwedrennen. Amerikanen gebruiken ook de term ‘dark horse’.

‘Het kan gebeuren dat een outsider (owtzider, zegt hij) wint, dan moeten de bookmakers bijna niets uitbetalen en is ‘t allemaal winst wat ze ontvangen hebben.’ (Stan Lauryssens: De Flandriens. 1973)

Achter het koppel Delgado-Fignon verschijnt een peloton outsiders, dat zonder enige twijfel wordt aangevoerd door Steven Rooks en Gert Jan Theunisse, nu in dienst bij Panasonic. (Dick van den Berg: De sterren van de Tour de France. 1990)