Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

opblazen: zichzelf

betekenis & definitie

Instorten, bezwijken door vermoeidheid; de pedalen niet meer rond krijgen; zichzelf te veel belasten waardoor het lichaam het niet langer aankan. Het meest dramatische voorbeeld is dat van Tom Simpson tijdens de beklimming van de Mont Ventoux in 1969. Syn.: blokkeren, de lucht invliegen. Frans: faire exploser la chaudière. Engels: to blow up. Als kopman kan men ook zijn manschappen opblazen door te lang een hoog tempo aan te houden.

De frustraties moesten er af, maar ik reed op een tamelijk rottig moment lek. Net onderin een col. Ik heb mezelf toen opgeblazen in de achtervolging, waardoor ik terug viel in een groepje met Hinault en Delgado. (Mario de Boer: Steven Rooks. De sportman van het jaar vertelt zijn levensverhaal. 1989)

Vorig jaar hebben een heleboel renners zichzelf opgeblazen in de etappe naar Sestrières. (Nieuwe Revu, 14/07/1993)