Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

col

betekenis & definitie

Frans woord voor bergpas. Ook als verkleinwoord: colletje. Een col kan van twee kanten worden beklommen, in tegenstelling tot bijv. de klim naar een skistation als L’Alpe d’Huez. Een beruchte col is de Gabbier. Deze is 2646 meter hoog en werd in 1911 voor het eerst tijdens de Tour beklommen. De Fransman Emile Georget bereikte toen als eerste de top. Uitroep van voormalig renner en verslaggever van wielerwedstrijden Maarten Ducrot over Rasmussen, tijdens de Tour van 2006: ‘Bij gewone stervelingen zou je denken: Hij moet nog een hele col op, daar zou je wel eens moe van kunnen worden...’ Col komt van het Latijnse woord ‘collum’ (hals). Vroeger werd hiermee het bovenste deel van een vaas en de uitgang van de urineblaas aangeduid. Een ‘lopende col’ is een berg met een constante hellingsgraad. ‘Le col des tempêtes’ slaat op de Mont Ventoux. Er voluit tegenaan koersen wordt beschouwd als moordenaarswerk.

Als Buysse ongeveer 100 meter voorsprong had, richtte hij zich op, keek om en grijnslachte! Al zijn tegenstrevers lagen geveld en gesneuveld. En ‘t is met 1 minuut 20 sekonden voorsprong, dat hij den top van den Col bereikte, en de aankomst, die beneden den berg lag. (Karel Van Wijnendaele: Het rijke Vlaamsche wielerleven.1943)

Nog voor we, in Louvie-Juzon, goed en wel aan de beklimming van de eerste Col, de Aubisque, begonnen waren, zaaide de hitte links en rechts al slachtoffers. (Martin W. Duyzings: Sport op twee wielen. 1950)