Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 07-06-2019

Sophron

betekenis & definitie

Sophron - Σώφρων, van Syracuse, z. Mimus. Σωφρονισταί, opzichters over de atheensche epheben, die op het gedrag der jongelieden toezicht hielden.

Jaarlijks werden door iedere phyle drie candidaten, boven de 40 jaar oud, voor dit ambt aangewezen, en uit ieder drietal werd een door het volk verkozen. Zij werden van staatswege met een drachme per dag bezoldigd.

< >