Satyri - Σάτυροι, wezens, die tot de omgeving van Dionȳsus behooren en evenals hij het rijke, weelderige leven der natuur voorstellen, maar op ruwe en grof zinnelijke wijs. Zij verheugen zich in drinken, dansen, spelen en muziek, gaarne zijn zij in gezelschap der nimfen, die zij dikwijls tevergeefs met hunne liefde lastig vallen, en jagen zij den eenzamen wandelaar in de stille bosschen vrees en schrik aan.
Hun voorkomen wordt als half dierlijk beschreven; zij hadden stompe neuzen, borstelig haar, spitse ooren en een staart; in oudere kunstwerken worden zij dikwijls zoo voorgesteld, maar latere kunstenaars gaven hun eene jeugdige en bevallige gestalte en schoone, maar schalksche gelaatstrekken.—Bij de romeinsche dichters zijn zij gelijk aan Panen, Faunen en dgl.