Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 11-06-2019

Numidia

betekenis & definitie

Numidia - Νομαδία, Νουμιδία, het afrikaansche kustland, van de rom. provincie Africa af tot aan de rivier Muluchath. De naam van de bewoners, Numidae, wordt door de ouden afgeleid van Nomades, Νομάδες, zwervers. Hoofdstammen waren de Massaesylii en de Massylii.

De kust was bezet met phoenicische volkplantingen, die later in de macht van Carthago overgingen. Na Carthago’s val kreeg koning Masinissa van de Rom. de geheele kust bij zijn gebied. Hij slaagde er in, zijne Numidiërs aan vaste woonplaatsen te gewennen en ze op een hoogeren trap van beschaving te brengen (zie Masinissa).

Het O. gedeelte, tot aan den Ampsāga, werd in 46 door Caesar tot provincie gemaakt onder den naam Nova Africa; doch ook de naam Numidia bleef in gebruik. Het westelijk gedeelte kwam in 25 met Mauretania aan Juba; het werd in 37 n. C. bij het Romeinsche rijk gevoegd, en heette voortaan Mauretania Caesariensis.

De Numidiërs waren stoute ruiters en hunne paarden van een uitmuntend ras.

< >