Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Euboea

betekenis & definitie

Euboea - Εὔβοια, thans Negroponte, eiland, door den Eurīpus van Hellas gescheiden. Hoewel het in de volle lengte door een woest kalksteengebergte wordt doorsneden, had het, vooral aan de Westkust en in het Noorden zeer vruchtbare vlakten. In het N. woonden Ellopes en Perrhaebi, in het midden Curetes en Abantes, die vroeg door de Ioniërs onderworpen zijn, in het Z.

Dryopes. Het midden, waar Chalcis en Eretria lagen, is het belangrijkste. Sedert de perzische oorlogen kwam Euboea onder atheenschen invloed.

Na den afval van 446 werd het geheel door Athene onderworpen. In 411 viel het af, maar is later toch meest op de hand van Athene. Na den slag bij Chaeronēa hoort het onder Macedonia.

In 194 wordt het onafhankelijk, in 146 wordt het bij het rom. rijk ingelijfd, en hoort soms tot de provincie Achaia, meestal echter bij Macedonia.