Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Crispus

betekenis & definitie

Crispus - (= kroeskop), rom. familienaam in verscheidene geslachten. Zie Marcii (no. 11), Salustii, Vibii (no. 6).—Flavius Julius Crispus, oudste zoon van Constantijn den Gr., een rijk begaafd jongeling, zoowel in vrede als in den oorlog uitstekend, werd in 326 na C. te Pola in Istria, op bevel zijns vaders vermoord.

< >