Chalcis - Χαλκίς, oude hoofdstad van Euboea, aan het smalste gedeelte van den Eurīpus gelegen, en sedert 411 door eene brug met het vasteland van Attica verbonden. Chalcis was eenmaal een bloeiende stad, die een groot aantal koloniën uitzond, o.a. naar Chalcidice, Cumae in Italia, Naxus op Sicilia, enz. Met Eretria, dat 3 uur ten Z. van Chalcis ligt, heeft het gedurende een halve eeuw (± 700–± 650) strijd gevoerd om de oppermacht op Euboea en het bezit van de Lelantische vlakte (zie Lelantius Campus), die met de nederlaag van Eretria eindigde.
In dezen strijd werd Chalcis door Samus en Corinthe, Eretria door Milete en Megara geholpen. In 506 leed de adel van Chalcis, de ἱπποβόται, een zware nederlaag tegen het democratische Athene, en Chalcis moest de Lelantische vlakte aan Athene afstaan, dat er 4000 kolonisten, κληροῦχοι, heenzond, die echter in 490, bij den aanval der Perzen op Eretria, naar hun land terugtrokken. Sedert 506 is de bloei van Chalcis voorbij, zie Euboea.
In den tijd der Diadochen was Chalcis een der sterkste plaatsen van Griekenland, meestal in de macht van Macedonië. De Romeinen konden het in 207 niet innemen. Bij den vrede in 194 werd de stad vrij.
In 146 werd ze na den opstand door de rom. troepen geplunderd en de muren gesloopt. Chalcis was de geboortestad van de dichters Lycophron en Euphorion en den redenaar Isaeus.—Ook in Aetolia en in Syria (Ch. ad Belum ten Z. van Beroea), vond men eene stad Chalcis.