Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Artemis

betekenis & definitie

Artemis - Ἄρτεμις, Diana, dochter van Zeus en Leto, tweelingzuster van Apollo, met wien zij vele punten van overeenkomst heeft. Evenals hij, brengt ook zij met hare pijlen een plotselingen dood, vooral aan vrouwen, en straft zij hen, die de wetten en het recht overtreden, maar ook eveneens is zij eene ongelukafwerende, heilaanbrengende godin (Σώτειρα). Vooral vrouwen neemt zij onder hare bescherming, geeft schoonheid en gezondheid aan jonge meisjes en staat de vrouwen bij in barensnood (Εἰλείθυια); ook doet zij jonge kinderen opgroeien (Κουροτρόφος), zooals zij hare zorgen uitstrekt over alles wat in de natuur jong en zwak is.

Hier en daar komt zij voor als verzoenende en orakelgevende godin, of als godin der schoone kunsten; zelve vermaakt zij zich met hare nimfen gaarne met den dans, en ook op den Olympus voert zij den reidans aan. Bijzonder treedt zij op den voorgrond als godin der jacht (Ἀγροτέρα), zij begunstigt de jagers en geeft hun goede vangst, en zelve maakt zij van hare nimfen vergezeld, op het wild jacht, vooral in de wouden en op de bergen van Arcadië en Lacedaemon. Voor liefde is zij ontoegankelijk, zij is en blijft de maagdelijke godin (Ηαρθένος), die alle aanslagen op hare eerbaarheid streng bestraft en ook bij sterfelijke vrouwen de kuischheid beschermt.Oorspronkelijk was Artemis eene maangodin en ook later wordt zij dikwijls voor dezelfde gehouden als Hecate en Bendis. In de oudste tijden werden haar menschenoffers gebracht, die later wel afgeschaft werden, maar waarvan op enkele plaatsen altijd sporen overbleven. Te Sparta bijv. werden jaarlijks voor het altaar van Artemis Ὀρθία knapen gegeeseld, tot hun bloed op het altaar spatte. De Grieken zelf beweerden dat de Artemis, die zulke bloedige offers eischte, de taurische was (Ταυρόπολος), in wier dienst Iphigenīa in Tauris priesteres geweest was en wier beeld en eeredienst Orestes vandaar naar Griekenland had medegebracht. De ephesische Artemis was eene aziatische godin, een verpersoonlijking van de voortbrengende en voedende kracht der natuur.

De dienst van Artemis was, evenals die van Apollo, door geheel Griekenland verbreid. De hond, het hert, het zwijn, de beer en de kwartel zijn haar gewijd. Zij wordt gewoonlijk voorgesteld als eene slanke en vlugge jageres, met hoog opgeschorte kleederen, hooge schoenen, pijl en boog; in hare tempels stonden echter ook beelden met lange kleederen, die behalve den boog nog een fakkel droegen. Bij de beelden der ephesische Artemis daarentegen was het geheele lichaam ingewikkeld als eene mummie en geheel met borsten bezet, zinnebeeld van de voedende kracht der godin.