Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Aristobūlus

betekenis & definitie

Aristobūlus - Ἀριστόβουλος, 1) tochtgenoot van Alexander d. Gr., stelde diens daden te boek; zijn werk was een van de voornaamste bronnen waaruit Arriānus geput heeft.—2) joodsch peripatetisch wijsgeer (± 150), die in verscheiden werken trachtte aan te toonen, dat de grieksche philosophie aan joodsche e. a. oostersche bronnen ontleend was.—3) zoon van den joodschen vorst- hoogepriester Alexander Jannaeus, leefde sedert den dood zijner moeder (69) in oorlog met zijn broeder Hyrcānus, die door Aretas, koning der Nabataeërs, werd ondersteund. Aristobulus riep de hulp in van Pompeius (64); doch toen hij dezen zocht te misleiden, werd hij zelf gevangen genomen en Hyrcanus op den troon geplaatst.

Later ontkwam Aristobulus wel, doch hij werd opnieuw gevangen, en toen eindelijk Caesar hem in vrijheid had gesteld en hem troepen had gegeven om Judaea te vermeesteren (49), werd Ar. door zijne vijanden door vergif uit den weg geruimd.

< >