Wat is de betekenis van gevangen?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gevangen

gevangen - Bijvoeglijk naamwoord 1. in hechtenis genomen, van de vrijheid beroofd De gevangen vis werd weer teruggezet omdat deze ondermaats was. gevangen - Bijwoord 1. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord De politie nam hem gevangen...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gevangen

gevangen - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ge-van-gen 1. opgesloten in de gevangenis ♢ hij zit gevangen in de Bijlmerbajes Bijvoeglijk naamwoord: ge-van-gen Tegenstellingen vrij

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gevangen

adj., finzen; — nemen, finzen nimme, fêstnimme, ynrange; — zetten efter ’e doarren sette; — zitten, efter ’t slot sitte.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gevangen

bn. (vrijheid van beweging missende; in verzekerde bewaring gehouden, in gevangenschap of hechtenis zijnde): een gevangen man; ook van dieren: een gevangen vogel; zich gevangen geven, alle tegenstand opgeven.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gevangen

('vangən) bn. 1. genoodzaakt om zich naar eens anders zin te gedragen : hij is een man. 2. in bewaring, hechtenis zijnde : een vogel; blijven, zitten, zijn; zich geven, ook Fig. zijn oordeel onderwerpen. Tgst. vrij.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gevangen

bn., in bewaring genomen, gevat, van de vrijheid beroofd: zitten; nu is hij (een) man, (fig.) nu is hij genoodzaakt te doen wat wij willen; iemand houden, hem niet in vrijheid laten gaan; zetten, opsluiten.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gevangen

GEVANGEN, bn. gevangengenomen, gevat, van de vrijheid beroofd nu zijt gij (een) gevangen man, (ook;) nu zijt ge genoodzaakt te doen wat wij willen; iem. gevangen houden, hem niet in vrijheid laten gaan.