Gepubliceerd op 26-09-2017

Veldtekenen

betekenis & definitie

Veldtekenen - Tekens die een Romeins legioen of onderdelen ervan aanduidden. Al mogen we aannemen dat het Romeinse leger reeds vóór de hervorming van Marius veldtekenen voor de verschillende eenheden bezat, zijn de veldtekenen sedert de hervorming het meest bekend.

Voordien gebruikte het Romeinse legioen als veldtekenen een dier, b.v. adelaar, wolf, paard, en kleinere afdelingen waarschijnlijk een hooibundel. Vanaf Marius evenwel werden de volgende tekenen gebruikt.

Aquila, de arend uit brons, zilver of goud, verguld zilver, het veldteken van het legioen. Zeer dikwijls werd de adelaar voorgesteld met openslaande vleugels, een eikel in de snavel en met klauwen, die een bliksem omklemden. De drager was de aquilifer.

Signum, het teken van de manipel, vroeger misschien een dier, maar in de Keizertijd beslist een hand, manus, ontleend aan de benaming manipulus, boven op een stok, waarop dan de verschillende metalen platen als onderscheidingstekenen werden bevestigd (d.w.z. phalerae, halve manen en medaillons). Het signum kon ook een krans zijn of, zoals onder Caesar het geval was, een dwarsstang boven op een stok met een banderol aan de uiteinden. Daaronder kwam dan de beeltenis van een godheid of van de keizer. De eremetalen en sieraden waren van zilver of verzilverd. De drager ervan heette signifer.

Vexillum, de banier of het vaandel van de detachementen, die met bijzondere opdrachten belast waren en waarvan de getalsterkte niet die van een legioen bereikte. Zij waren de vexillarii. Ook de eskadrons van de ruiterij en de eenheden van de hulptroepen (auxilia) en bondgenoten (socii) hadden een vexillum als veldteken. Het was een vierkante doek met of zonder figuren, bevestigd aan een stok. De drager ervan was de vexillarius.

Van dezelfde vorm was ook het persoonlijk veldteken, gewoonlijk van rode stof, van de opperbevelhebber, nl. het labarum. Het meest bekende is dat van keizer Constantinus Magnus: het labarum met het Christusmonogram. De eerste centurio van elke eenheid was verantwoordelijk voor zijn veldtekenen, de legatus en praefectus waren het voor de legioenstandaard. In het kamp berustten al deze veldtekenen in het sacellum (of ara) naast het praetorium (veldheerstent). Het sacellum werd beschouwd als een asylum (heilige en onschendbare plaats).