Gepubliceerd op 26-09-2017

Telos

betekenis & definitie

Telos - Tolbelasting. Vanzelfsprekend beschikte het Atheense imperium over zeer ruime en verscheiden inkomsten in de eeuw, waarin het zijn hoogste bloei kende en wijd en zijd zijn gezag en macht wist op te dringen. Aldus waren de rechtstreekse gewone inkomsten, de telè, de verschillende belastingen, geheven op de koopwaar, die in de havens, op de marktplaatsen en in de stapelhuizen van alle gemeenten onder Atheense controle verhandeld of opgeslagen werden.

De pentèkostè was een tolbelasting van 2 pct., geïnd in de havens op de handelswaarde van de over zee aangevoerde koopwaar. Tegen het einde van de 5e eeuw v.C. bracht deze tol jaarlijks 30 a 50 talenten op, wat wijst op een vervoer van 1500 a 1800 talenten aan handelswaarde. Het ellimenion was de tol geheven in de Atheense haven en opslagplaatsen, waarvan de juiste waarde niet nader bekend is.

De eikostè was een belasting van 5 pct. op de koopwaar, die de bondsbelasting van de Delisch-Attische Zeebond verving op het einde van de 5e eeuw v.C. Deze belasting was minder hatelijk dan de bondsbelasting (phoros), die de leden als een grondbelasting voor onderdanen beschouwden.

De dekatè was een tijdelijke oorlogsbelasting van 10 pct. op alle koopwaar, die vanuit de Zwarte Zee door de Bosphorus kwam. Ze werd geheven in een periode van hoge geldnood in de laatste j aren van de Peloponnesische Oorlog, van 409 tot 404 v.C., door de Atheense vloot, die deze schepen bij Byzantium tegenhield.

De hekatostè was een belasting van 1 pct. op de verkoop van onroerende goederen.

Het epoonion was een belasting van eveneens 1 pct., te betalen door iedere koper op de markt te Athene.

Het diapulion was het leurdersrecht, geheven op elke verkoop buiten de marktplaats.

Het metoikion was de gezinsbelasting van de metoikos, 6 tot 12 drachmen per jaar. Het xenikon was een extra-belasting, die de metoikoi en vreemdelingen betaalden voor hun standplaats op de Atheense markten.

Het triobolon werd betaald door de meester van iedere slaaf, nl. drie obolen. Na zijn eventuele vrijlating moest de vroegere slaaf dit triobolon doorbetalen, zodat hij niet alleen dit triobolon maar ook het metoikion aan de staat moest afdragen, want de staat wilde niet de minste schade lijden door een vrijlating.