Gepubliceerd op 26-09-2017

Sulla, Lucius Cornelius

betekenis & definitie

Sulla, Lucius Cornelius - Romeins patriciër (138-78 v.C.). Hij stamde uit het voorname patriciërsgeslacht van de Cornelii. In 107 was hij quaestor van de consul Marius, die in Africa het Romeinse leger aanvoerde tegen Iugurtha. Sulla slaagde erin, dankzij een moedig en diplomatisch optreden, Iugurtha’s schoonvader Bocchus tot verraad aan te zetten en zijn schoonzoon uit te leveren. Dit bracht meteen het einde van deze oorlog.

Marius was door het volk gekozen en behoorde tot de partij van de populares, was dus tegenstander van de optimates, de partij van de senatoriale nobilitas, waarvan Sulla de typische vertegenwoordiger was. Tussen hen beiden zou de eerste belangrijke burgeroorlog van de laatste eeuw van de Republiek uitgevochten worden.

Sulla vocht ook onder commando van Marius tegen de Kimbren en Teutonen in 102/101 v.C. In 93 was Sulla praetor en het jaar daarop propraetor in Kilikië. In 88 werd hij consul en aangewezen als opperbevelhebber in de oorlog tegen Mithridates. Doch Marius liet zich dit niet welgevallen. Na het vertrek van Sulla werd hij door een volksdecreet in de comitia tributa met het commando belast. Sulla, die zich bij zijn leger in Campania had gevoegd, keerde ijlings naar Rome terug en verdreef de aanhangers van de volkspartij en Marius, die zelf ternauwernood kon ontsnappen en naar Africa vluchtte. Sulla trof de nodige maatregelen om het gezag van de senaat te beveiligen en vertrok naar Azië. Ondertussen keerde Marius naar Rome terug en voerde er een waar schrikbewind, hetgeen zijn aanhangers na zijn dood nog voortzetten.

Sulla sloot daarop inderhaast een draaglijke vrede met Mithridates en keerde op zijn beurt in 83 v.C. in allerijl terug. De aanhangers van Marius, die de hoofdstad in handen hadden, werden vernietigd in de omgeving van Rome zelf. Duizenden burgers werden vermoord, proscriptielijsten opgesteld, bezittingen verbeurd verklaard. Hele stammen, o.a. de Samnieten en de Etrurii, die in de Bondgenotenoorlog tegen Sulla hadden gestreden werden uitgeroeid. Meer dan 40.000 slaven van de vogelvrijverklaarden werden vrijgelaten en steunden het bewind van Sulla te Rome. Aan 120.000 veteranen schonk hij land in eigendom over geheel Italië. In 81 werd Sulla dictator voor het leven en begon hij aan de hervorming van de grondwet.

De senaat kreeg weer de volledigheid van zijn prerogatieven. De cursus honorum werd geregeld en de minimumleeftijd voor de verschillende ambten vastgelegd. De senaat wees weer de stadhouders van de provincies aan. De jurisdictie in de rechtbanken, quaestiones perpetuae, werd aan de equites ontnomen en aan de senaat teruggegeven.

Het aantal senatoren werd van 300 tot 600 opgevoerd. Het vetorecht werd aan de tribuni plebis ontnomen, de lex Agraria van de Gracchen werd afgeschaft. De volksvergadering kreeg minder betekenis. Tegen alle verwachtingen in deed Sulla in 79 v.C. vrijwillig afstand van zijn dictatoriale macht en trok zich terug op zijn landgoed. Het jaar daarop is hij gestorven.

Sulla is als mens op de meest uiteenlopende wijze beoordeeld. Hij was een zeer ontwikkeld man, bezat een uitgebreide bibliotheek met Griekse werken (zie Apellikon), doch hij was een bandeloos genotzoeker. Door zijn moordlust verbaasde hij iedereen.

Aan het einde van zijn leven besteedde hij zijn vrije tijd aan de redactie van zijn Memoires. De 22 boeken zijn verloren gegaan.

Nawerking: Silla (1714), opera door de componist Georg Friedrich Händel (1685-1759); Lucio Silla (1772), opera door de Oostenrijkse componist W.A. Mozart (1756-1791).

< >