Gepubliceerd op 19-09-2017

Iambische poëzie/Satirische lyriek

betekenis & definitie

Iambische poëzie of Satirische lyriek - Genre, waarin de iambe als gebruikelijke versvoet (kort - lang: v-) wordt toegepast. De iambe heeft een mythische oorsprong en staat in verband met Demeter, de godin van de vruchtbaarheid. Toen zij, ontroostbaar, op zoek was naar haar dochter Persephonè (Ceres-Korè), kwam zij in Eleusis aan, waar zij in een particuliere woning getroost werd door de moppen en fratsen van de slavin Iambè. De iambe wijkt volkomen af van het episch ritme en benadert de omgangstaal. Bij voorkeur worden hiermee persoonlijke gevoelens vertolkt, vooral om komisch of satirisch te zijn.

De schepper van de iambische poëzie was Archilochos van Paros (7e eeuw v.C.). In de daaropvolgende eeuw was het Semonidos van Amorgos, die karaktersatiren schreef. In de Romeinse periode werd ook dit genre nagevolgd door Lucilius en ook wel door Horatius, zij het dan zeer dikwijls in andere metra.