Gepubliceerd op 12-09-2017

Caecilius, Statius

betekenis & definitie

Caecilius, Statius - Komediedichter (ca. 220-168 v.C.). Hij behoorde tot de Keltische stam der Insubri in Gallia Transpadana en leefde als slaaf in Rome. Daar werd hij vriend en huisgenoot van Ennius, nadat hij door zijn meester Caecilius, wiens naam hij aannam, was vrijgelaten. Als dichter van Romeinse komedies verkeerde hij in het aristocratisch milieu dat belangstelling koesterde voor de Griekse literaire produkten. Zijn Griekse modellen vertaalde hij vrij, maar toch bleef hij dichter bij zijn voorbeeld (vooral Menanders komedies) dan Plautus. Hiermee beantwoordde hij aan de tijdgeest. De Romeinse kringen verlangden de stukken in zuivere vorm. Het heeft nochtans lang geduurd voordat zijn komedies door het grote publiek werden aanvaard en gewaardeerd. We kennen ca. 42 titels en een paar honderd versregels van zijn fabulae palliatae, o.a. Synephebi, Phocium, Andria.