Charles (1809-1882) In 1831 vertrok Charles Darwin met het zeilschip ‘Beagle’ uit Engeland voor een tocht van vijf jaar rond de wereld. Deze tocht verschafte Darwin materiaal en gedachten, die op den duur (in 1859) zouden leiden tot het boek ‘De oorsprong der Soorten’.
Hierin zette hij uiteen hoe, naar zijn mening, alle dieren en planten op aarde voortgekomen zijn uit de eencellige wezens, die het eerste leven op aarde vormden. Charles Darwin was een zeer middelmatige leerling op de Latijnse school. Hij studeerde aanvankelijk te Edinburgh voor dokter, maar schreef toen reeds zijn eerste wetenschappelijke biologische verhandelingen. Toen hij operaties - toen nog zonder verdoving verricht - moest bijwonen, besloot hij de studie in de medicijnen op te geven. Hij verhuisde nu naar Oxford, waar hij voor predikant ging studeren. Intussen bleef hij zich echter interesseren voor planten en dieren.Een hoogleraar in de plantkunde, die hem als bioloog zeer was gaan waarderen, bezorgde hem de uitnodiging om als natuuronderzoeker de tocht van de ‘Beagle’ mee te maken. Tijdens die tocht bracht Darwin enige tijd door op de Galapagos-eilanden; hij bezocht ook Australië, Tasmanië en Nieuw-Zeeland. Hoewel hij veel aan zeeziekte leed, verhinderde dit hem het werken niet en kwam hij beladen met notities en verzamelingen thuis. Darwins belangrijkste ideeën waren de volgende. Er ontstaan veel meer dieren en planten dan ooit op aarde kunnen leven. Geen twee planten of dieren, ook al zijn ze van dezelfde soort, lijken precies op elkaar.
Sommige zijn beter uitgerust voor de strijd om het bestaan dan andere. Ze overleven die strijd dus en het kleine verschil, dat hen daartoe in staat stelde, geven ze door aan hun afstammelingen. Na vele, vele generaties hebben al die kleine veranderingen een soort zó doen veranderen, dat er een nieuwe soort ontstaan is. Op die manier zijn de duizenden planten en dieren op aarde in de loop der tijden ontstaan; ook de mens zonderde hij niet uit. Na zijn terugkeer in Engeland huwde Darwin met zijn nicht, Emma Wedgwood. Darwin was financieel onafhankelijk, zodat hij al zijn tijd kon besteden aan zeer belangrijke onderzoekingen op het gebied van geologie en biologie en aan de uitwerking van zijn ideeën, die later bekend geworden zijn als de evolutieleer. Hoewel de meningen over die evolutieleer tientallen jaren verdeeld gebleven zijn, is de huidige wetenschap de mening toegedaan, dat Darwins opvattingen in grote lijnen juist zijn.