De wolf in de fabel. TERENTIUS, Adelphi IV, 1, 21.
CICERO, Epistolae ad Atticum 13, 33, 4.(Wordt gebruikt in verband met het plotselinge verschijnen van hem, over wien men juist spreekt, evenals de wolf in de fabel.).
Gepubliceerd op 26-08-2020
betekenis & definitie
De wolf in de fabel. TERENTIUS, Adelphi IV, 1, 21.
CICERO, Epistolae ad Atticum 13, 33, 4.(Wordt gebruikt in verband met het plotselinge verschijnen van hem, over wien men juist spreekt, evenals de wolf in de fabel.).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: