Overigens meen ik, dat Carthago moet verwoest worden. CATO DE OUDE y 149 v.
C. Aan het slot van elke redevoering.Dit citaat is in geen Latijnschen schrijver der oudheid te vinden. Alleen bij Plutarchus, Cato maior 27, treft men het gewijzigd in het Grieksch aan. Men gebruikt het als voorbeeld van eene hardnekkig verdedigde meening.