Ceterum censeo carthaginem esse delendam
Verder ben ik van mening, dat Carthago moet verwoest worden (aangehaald als vertaling van Cato’s woorden). cf. PLUTARCHUS, Cato 27.
Dr. D.J.A. Westerhuis (1974)
Verder ben ik van mening, dat Carthago moet verwoest worden (aangehaald als vertaling van Cato’s woorden). cf. PLUTARCHUS, Cato 27.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Lat.), voorts ben ik van mening dat Carthago vernietigd moet worden. Woorden waarmee Cato de Oude elk zijner redevoeringen besloot (Florus, Epitome 2, 15).
Winkler Prins (1949)
(Lat., Cato de Oude aan het slot van elke redevoering) : voor het overige meen ik dat Carthago moet worden verwoest.
J.H. de Ruijter (1940)
Overigens meen ik, dat Carthago moet verwoest worden. CATO DE OUDE y 149 v. C. Aan het slot van elke redevoering.Dit citaat is in geen Latijnschen schrijver der oudheid te vinden. Alleen bij Plutarchus, Cato maior 27, treft men het gewijzigd in het Grieksch aan. Men gebruikt het als voorbeeld van eene hardnekkig verdedigde meening.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Céterum cénseo cartháginem esse delendam - (Lat., = overigens ben ik van meening, dat Carthago moet verwoest worden), het hardnekkige slot van al de redevoeringen, die Cato de Oude in den Romeinschen senaat hield. Een overvloed van auteurs halen dit wereldberoemde woord aan, waarvan ook alleen beide eerste woorden geciteerd wor...
Jozef Verschueren (1930)
[Lat.] overigens meen ik, dat Carthago moet verwoest worden; woorden van Cato de Oude, aan het slot van elke redevoering.
dr. Jan Romein (1906)
Lat., Voorts ben ik van meening dat Carthago verwoest moet worden (slotwoord van Cato bij elke rede in den Rom. Senaat).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: