Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Dirk van Hogendorp

betekenis & definitie

(sinds 1811 graaf), Ned. politicus, 13.10.1761 Heenvliet, ✝ 29.10.1822 Rio de Janeiro; broer van → G.K.van Hogendorp. Ging 1783 als marineofficier naar lndië; 1786 in dienst van de voc: 1794 gezaghebber van Java's Oosthoek: kwam in conflict met S.C. → Nederburgh. die hem 1798 gevangen liet zetten: ontvluchtte 1799 naar Nederland; kwam in dienst van de Bataafse Republiek: maakte 1802 deel uit van de commissie, die de regering van advies moest dienen inzake de bestuurs- en handelspolitiek in Ned.-lndië; wilde de regeringsinkomsten baseren op grondbelasting in natura en op een hoofdelijke omslag, waarbij de Javanen van alle gedwongen dienstverleningen bevrijd zouden worden, welke denkbeelden door de meerderheid van de commissie (onder wie Nederburgh) werden verworpen; bekleedde daarna diplomatieke functies: 1810 adjudant van Napoleon, die hem 1811 tot graaf verhief; ambteloos na Napoleon’s val: ging 1817 naar Brazilië; kocht daar een plantage, die verliep doordat hij overging tot vrijlating van zijn slaven (die daarna niet meer wilden werken); leed armoede.

Het legaat dat Napoleon hem schonk (100000 francs) kwam te laat. Werken o.a.: Ontwerp om de O.-Ind. Compagnie dezer landen in haren vorigen bloei te herstel- len (1802); Mémoires (1887). Uitg.: Correspondentie van D. van Hogendorp met zijn broer Gijsbert Karel door E. du Perron-De Roos (1942).

Litt. J.A.van Sillem, D.van Hogendorp (1890); P.Mélon. Le général Hogendorp (1938); P.van 't Veer, Geen blad voor de mond (1958).