Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Dirk Bos

betekenis & definitie

Ned. politicus. *13.9.1862 Groningen. ✝6.5.1916 ’s-Gravenhage. Studeerde wis- en natuurkunde te Groningen, waar hij 1888 promoveerde.

Van 1890-95 werkzaam in het bedrijfsleven; 1895 — 1901 schoolopziener in het arr. Winschoten. Behoorde als vooruitstrevend liberaal 1901 tot de oprichters van de Vrijzinnig Democratische Bond; in hetzelfde jaar werd hij voor deze Bond lid van de Tweede Kamer. In 1913 mislukte hem de formatie van een parlementair ministerie. Als voorzitter van de commissie-Bos (de zgn. Bevredigingscommissie), bij KB van 31.12.1913 ingesteld, heeft hij een groot aandeel gehad in de beëindiging van de → schoolstrijd.

Naar hem werd de Dr.Bos-stichting genoemd, die zich o.a. bezighield met volksontwikkeling. Werken: Het protectionisme en zijn gevolgen (1897), Onze volksopleiding (1889). Staatsleningen en rentestand (1912).Litt. E.van Raalte. Dr.D.Bos (1962).

< >