Groningse benaming voor burg of burcht: oorspronkelijk een versterkte boerenhoeve of heerd waaraan bepaalde heerlijke rechten verbonden waren. De eerste borgen waren verdedigbare woontorens, die later tot kastelen uitgroeiden.
Een voorloper van de borg bevindt zich te Niebert (‘Ybema’). De oorspronkelijke vorm van de borg is nog te zien bij de Schiertins in Veenwouden.In de 17e en 18e eeuw werden zij meestal verbouwd tol landhuizen. Het gaafst bewaard zijn de → Menkemaborg in Uithuizen en de → Fraeylemaborg te Slochteren.
LITT. W.J.Formsma e.a., De Ommelander borgen en steenhuizen (1973).