Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Heerlijke rechten

betekenis & definitie

het recht van jurisdictie binnen zeker territoir (→ Heerlijkheid), uitgeoefend door de heer, die zich gewoonlijk liet vervangen door een schout, bij een hoge heerlijkheid door een baljuw of drost (→ Ambachtsheerlijkheid). Tot de heerlijke rechten behoorden economisch gezien allerlei prestaties door de bevolking aan de heer verschuldigd o.a. herendiensten, die verplicht en zonder vergoeding verricht moesten worden, b.v. de → hand- en spandiensten, levering in natura (→ tienden), verder → keurmede, maalrecht. ovenban. brouwerijban, munt- en marktrecht, tolrecht, jacht- en visrecht.

Deze heerlijke rechten behoorden tot de → regalia, die de graven echter aan zich hadden getrokken: zij werden meestal uitgeoefend in het kader van de domaniale economie (→ vroonhoeve). In Nederland 1798 afgeschaft, maar 1814 deed koning Willem I een deel der heerlijke rechten herleven; de Gw.-1848 maakte er voorgoed een eind aan, hoewel b.v. de tienden in de praktijk bleven bestaan. In België werden alle heerlijke rechten 1795 bij de invoering van de Franse wetgeving opgeheven.Litt. A.S.de Blécourt. Heerlijkheden en heerlijke rechten (in: Tijdschr. voor Rechtsgesch. I en II (1919-1921); J.P.de Monte ver Loren en J.E.Spruit. Hoofdl. uit de ontw. der rechterl. org. in de Noordel. Nederl. tot de Bataafse omwenteling (5e dr. 1972).