Gepubliceerd op 21-01-2020

HEERENVEEN

betekenis & definitie

(Fr. It Hearrenfean) Jongste gemeente van Friesland (sinds 1934) in Z.O. hoek.

Sterke bevolkingsgroei in de jaren 1965-1970, door industriële ontw. van hoofdplaats en industriekern Heerenveen. Van de overige dorpen groeiden Mildam (jaren ’70) en Oudehorne (jaren ’60 en ’70), grotendeels door toenemend forensisme.Opp. 13.958 ha, waarvan 13.558 ha land (in 1957 13.425 ha).

Wapen: Gedeeld. I in lazuur een gebroken rad van zilver en daaronder een schuingeplaatst zwaard van hetzelfde met een gouden gevest; II in zilver een geplante boom van sinopel, ter weerszijden van de stam vergezeld van een liggend blokje van sabel. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee paarlen (zie Wapen). Vlag: Een blauwe broeking met in de bovenhals een gele, rood gevoerde kroon met gladde hoofdband en vijf parelpunten waarop vijf witte parels, en een vlucht van banen wit-zwart-wit.

Bevolking De snelle stijging van het inwonertal, met name na 1965, is bijna volledig toe te schrijven aan de ontw. van de hoofdplaats.

Heerenveen 1954 1959 1964 1969 1973 (gem.) 24.547 25.227 26.854 30.914 32.500 Benedenknijpe1) 584 543 489 446 931 Bovenknijpe1) 559 595 613 542 — Gersloot 479 447 410 338 286 Heerenveen 11.194 12.437 14.315 19.765 21.590 Hoornsterzw.

Jubbega1682 1596 1388 1126 1026 Schurega 2923 3001 2928 3018 2958 Katlijk 700 683 669 647 614 Luinjeberd 651 607 581 515 484 Mildam 491 481 472 539 611 Nieuwehorne 894 898 889 946 1131 Nieuweschoot 306 286 281 148 117 Oranjewoud 569 541 595 926 862 Oudehorne 1133 1138 1102 978 950 Oudeschoot 903 1044 1272 222 196 Terband 721 324 258 225 230 Tjalleberd 761 646 597 533 514

1) Na verbetering van de verkeersverbinding door Boven- en Benedenknijpe (tweede helft jaren ’60), werden beide dorpen samengevoegd tot De Knipe. Een deel van het vroegere Benedenknijpe werd bij de plaats Heerenveen gevoegd.

Andere dorpsgrenswijzigingen ten gunste van Heerenveen: Terband, Nieuweschoot, Oudeschoot. Economie De economische ontw. van de gemeente is grotendeels bepaald door de industrialisatie in de plaats Heerenveen (zie aldaar). In het buitengebied, met overwegend landbouw, is het beeld veranderd door ruilverkavelingen. In 1960 was

18.8% van de beroepsbevolking werkzaam in de landbouw, 38,4 % in industrie en ambacht en 42.8% in overige bedrijfstakken.

Door zijn ligging aan de spoorlijn en bij het verkeersplein waar wegen vanuit Z.-, O.- en Noord-Nederland samenkomen, heeft de plaats Heerenveen qua infrastructuur een voorsprong op vele andere industriekernen in Frl. Door de uitgestrektheid en de hemelsbreed gezien grote afstanden binnen de gemeente komt dit niet in gelijke mate ten goede aan alle dorpen, een van de redenen waarom de groei zich vnl. beperkt tot in en bij de plaats Heerenveen.

Buiten de industriële bedrijvigheid in de hoofdplaats, is er nijverheid in: bouw (verspreid over de gemeente), jachtbouw, houtverwerking, zuivel, loonbedrijven, confectie-industrie. Oranjewoud was een der eerste plaatsen in Frl. met toeristische ontw. Hierdoor groeide de gem. Heerenveen in de jaren ’60 uit tot gem. met hoogste gemiddeld inkomen op Fr. vasteland (volksnaam Goudkust voor bungalowpark Oranjewoud).

Politiek en kerkelijk leven Met name in de jaren ’60 nam de voorheen sterke aanhang van linkse partijen af. De PvdA handhaafde zich beter dan CPN en PSP. De Boerenpartij (en later Binding Rechts) kreeg met name in het Z.O. van de gemeente een stemmenpercentage, dat ver boven het provinciaal gemiddelde kwam. De partijen van het CDA moesten daarentegen verliezen incasseren, terwijl de VVD won. De FNP bleef beneden het provinciaal gemiddelde.

In 1954 was de raad als volgt samengesteld: 8 PvdA, 4 CPN, 3 VVD, 2 ARP, 2 CHU. In 1974: 10 PvdA, 5 Chr. Dem. Groeperingen, 1 Progressief Heerenveen (PPR, PSP, D’66), 2 CPN, 4 VVD, 1 FNP. zie ook Verkiezingen.

Meer dan de helft van het aantal inwoners gaf in 1971 op, tot „geen kerkgenootschap” te behoren (53,0 %, tegen 45,7 % in 1960). Dit ging vooral ten koste van de groep Hervormden, 23,5 % (1960 33,9 %); R.K. was 5 % (3,9 %), Gereformeerd 12 % (12,3 %).

Onderwijs, sport, cultuur en monumenten Het onderwijskundig centrum voor een groot deel van Z.- en midden Frl. is de plaats Heerenveen.

In deze plaats zijn de onderwijsvoorz. buiten die voor kleuter- en lager onderwijs geconcentreerd. Ook op sportgebied heeft de plaats Heerenveen een centrumfunktie, met o.m. sporthal, kunstijsbaan, zwembaden, sportpark. Buiten de plaats Heerenveen belangrijke activiteiten in Jubbega (korfbal en voetbal op in verhouding hoog niveau), Oranjewoud (ruitersport). Verspreid over de gemeente korfbal, voetbal, ijsbanen.

In de plaats Heerenveen muziekscholen, bioscopen, cultureel centrum, schouwburg. In de overige dorpen toneel-, muziek- en zangverenigingen. Nationale bekendheid geniet het Heerenveens Vocaal Ensemble, o.l.v. Cor Nijdam.

Behalve de onder de plaats Heerenveen genoemde monumenten zijn er in de gemeente klokkestoelen (De Knipe, Gersloot, Hoornsterzwaag, Katlijk, Luinjeberd, Mildam, Brongerga, Nieuweschoot, Oudehorne). In Oudehorne vindt elk jaar in dec. het Sint Thomasluiden plaats.

Molens te Heerenveen en Oudeschoot. In Oranjewoud oude herenhuizen met grote tuinen. In Terband Rotondekerk. Weinig belangrijke monumenten in de dorpen. Bij de plaats Heerenveen natuurmonumenten (Oranjewoud, Oudehorne). Bij Gersloot-Tjalleberd het vroegere turfwinningsgebied De Deelen, waarvoor samen met Opsterland en Utingeradeel, het recreatieplan De Riperkrite is opgesteld.

Het landelijk aanzien heeft sterk geleden door demping van de Schoterlandse Comp. vaart met bijbehorende wijken en door de grootscheepse uitbreiding ten W. van de spoorlijn. Burgemeesters na 1954: G. H. Kuperus (tot 1963), H. Huisman (tot 1969), H. Hellinga.

Lit.: A. Kooiker en T. Marseille, Heerenveen in ontwikkeling (1954); J. Keizer, Heerenveen, platteland en vlek (1974); C. D. J. Biekart, Het arme rijke leven van toen . . . (1969).