Wat is de betekenis van sinopel?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

sinopel

sinopel - Zelfstandignaamwoord 1. (heraldiek), (kleur) de kleur groen zoals deze op wapens gebruikt wordt Een leeuw van sinopel op een veld van zilver.

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Sinopel

[Fr. sinople, van Lat. sinopis = rood oker] oorspr. bep. bruin mineraal uit Sinope aan de Zwarte Zee; (her.) groen.

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Sinopel

groen (wapenk.)

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Sinopel

o., groene kleur in de wapenkunde; bruine kwarts.

2024-04-24
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Sinopel

sinopel, rode jaspis; keel ( = rood).

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Sinopel

(<Fr.), o., 1. een door ijzeroxyde bruin gekleurde kwartssoort. 2. (herald.) groene kleur, t.w. smaragdgroen voorgesteld door een schuine arcering van links hoven naar rechts beneden.

2024-04-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

sinopel

o. R groen, de groene kleur. sint. m. heilige.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sinopel

o. (Fr. groen [i. d. wapenkunde]).

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Sinopel

In de → heraldiek benaming voor groen, nl. smaragdgroen. In zwartdruk weer te geven door een schuine arceering van links boven naar rechts beneden.

Gerelateerde zoekopdrachten