Gepubliceerd op 21-01-2020

ATLETIEK

betekenis & definitie

Loop-, spring- en werpsport. Was al voor de oorlog in Friesland gangbaar.

Eén van de meest bekende kampioenen was Abe Lenstra (hardlopen en verspringen). De afdeling Friesland, later opgegaan met Groningen en Drenthe in het district Noord van de K.N.A.U., kende na de oorlog een groot aantal verenigingen, o.a. in de plaatsen Oldelamer, Imsum, Wolvega, Harlingen en Oosterwolde.

Nu zijn Heerenveen (waar A.V. 1955 de stoot gaf tot een nieuwe bloeiperiode in de provincie), Leeuwarden (Lionitas, ontstaan uit een fusie tussen Vitesse en Marathon), Sneek (Horror), Drachten (Impala, dat beschikt over de enige rubkorbaan in Nederland), Franeker (Spartacus) en Grouw (Athleta) de centra. Niettegenstaande de aanleg van banen in Drachten, Heerenveen en Leeuwarden is het aantal leden (ruim 700) beperkt en ver ten achter gebleven bij de aantallen, die direct na de oorlog op atletiekgebied actief waren.

Bekende wedstrijden zijn de 20 km-loop (Sneek Bolsward Sneek) eind aug., de uurloop georg. door Lionitas in de 2de week van okt. en de diverse crosses. De Ver. van L(ange) A(fstand) T(ippelaars) organiseert snelwandelwedstrijden.

Verder o.a. straatlopen in Bolsward (de heamielloop), Workum (voor Pasen), Hindeloopen (eind juli) en Heerenveen. Een bekende loper op de 800 m en 1500 m was Piet Deelstra (uit Leeuwarden), thans de beste op de 5 km in Frl.

Bij de dames was dit vele jaren Gretha van den Akker-Negenman (St. Nicolaasga, thans Workum).

< >