Gepubliceerd op 21-01-2020

APPERLOO, MARTEN

betekenis & definitie

(Oldeouwer 1906-Gorredijk), secretaris van de provinciale plancommissie tot 1-1-1972.

Werkte van zijn 12e tot zijn 16e jaar in de veenderij en maakte in die jaren een lijst van alle werkzaamheden die op de veenderij betrekking hebben; daarna twee jaar werkzaam op de zuivelfabriek te Echtenerbrug en vervolgens 16 jaar bij het onderwijs (l.o. en m.o.). Werd per 1 dec. 1957 secretaris van de prov. plancommissie welke commissie rijkssubsidies trachtte los te krijgen voor dorps- en gemeenschapscentra, kruisgebouwen, zwembaden, sportgebouwen, leeszalen enz.; aanvankelijk vooral voor de tien „ontwikkelingsgemeenten” van oostelijk Friesland, maar sinds 1-1-1960, toen de gehele provincie „probleemgebied” werd, voor alle 44 gemeenten.

Hij publiceerde in onderwijsbladen o.a. over de globalisatiemethode, methoden voor het onderwijs in het Nederlands en Fries (samen met D. Runia) alsmede bijdragen in protestants-christelijke bladen en De Strikel; schreef ook Nederlandse romans en Yn Gods takomst (KFFB-prijs 1961), alsmede, samen met dr. P. ten Have, Bijbelonderwijs (19689).

< >