Gepubliceerd op 21-01-2020

ANTIEK

betekenis & definitie

Verzamelnaam voor ambachts- en kunstnijverheidsprodukten, die minstens plm. een eeuw oud zijn. Het in verhouding vrij rijke agrarische en maritieme verleden, de daarmee samenhangende eigen culturele ontwikkeling en de wijzigingen in economische structuur tussen 1870 en 1970 maakten Friesland tot een belangrijke leverancier van antiquiteiten: Fr. klokken, tegels, houtsnij- en schilderwerk.

Hindelooper kunst, boerengereedschappen, kaarten en schilderijen, meubels enz. waren in de jaren ’60 en ’70 veelgevraagde artikelen. De grote vraag leidde in de jaren ’60 tot een bloei van de antiekhandel met Leeuwarden, Sneek, Joure en Heerenveen als belangrijkste centra. In de jaren ’70 verminderde het aanbod sterk, zodat verschillende handelaren hun toevlucht moesten zoeken tot de verkoop van minder oude curiosa (uit grootmoeders tijd) en namaakantiek. De snel gestegen waarde van antiek deed het aantal diefstallen toenemen. In de jaren 1970-1973 werden verscheidene kostbare tegeltableaus gestolen, tussen 1972 en 1975 vele Friese klokken.