Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Zeno

betekenis & definitie

1) beroemd philosoof uit Elea, omstr. 5 eeuwen v. Chr. discipel der Eleatische School, uitvinder der dialectica, deed eene poging omzijn vaderland vrij te maken van liet juk van den dwingeland Nearchus; doch zijne poging mislukte, en hg werd op eene afgrijselijke wijze doodgemarteld.

2) stichter van de Stoicijnsche wijsbegeerte, geb. omstr. 355 v. Chr. te Cittium op het eiland Cyprus, waar zijn vader een rijk koopman was, studeerde philosophie te Athene, en was omstr. 40 jaren oud toen hij aldaar onder een vermaard portico (grieksch sloa) zelf eene school opende, waar hij een door hem zelven gevormd philosophisch stelsel leeraarde, dat (naar den griekschen naam der plaats waar hij zijne lessen gaf) het Stoïcijnscfie stelsel genoemd is. Zijn voorbeeldig karakter was volmaakt in overeenstemming met zijne verhevene zedeleer; niettemin moet hij (volgens sommigen) zelf een einde aan zijn leven gemaakt hebben omstr. 263 v. Chr.

< >