Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Tholen

betekenis & definitie

het oostelijkste der eilanden, die de nederl. prov. Zeeland uitmaken, wordt gevormd door de Onster-Schelde en eenen uilwaterings-arm van de Maas; op T. de stad T. met 2000 luw.; werd 1712 geplunderd door de Franschen; in 1682 stond geheel T. onder water, zóó dat er niets van de stad le zien was dan de torenspits; ook Jan. 1808 en Febr. 1825 werd T. zeer door watersnood geteisterd.

< >