Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Sunem

betekenis & definitie

stad in stam fssaschar; Jozua 19: 18 ; I Sam. 28: 4; 11 Kon. 4: 8. Git S. werd de schoone jonge dochter Abisag (de Sunamitische) gehaald, die belast werd om korting David op zijnen ouden dag op te kwikken; doch wat zij ook deed, de koning bekende baar niet (I Kon. 1; 4).

Eene andere Sunamitische, die een ouden man had, gaf zich tot overspel af met den profeet Elisa ; II Kon. 4.

< >