I derde zoon van Ciotarius I, werd in 561 koning van Metz of van Austrasië, trouwde met Brunehaut, werd aangetast en gevangen genomen door de Awaren (568), doch kwam tegen betaling van eenen hoogen losprijs weder op vrije voeten, verklaarde den oorlog aan Chilperik, koning van Neustrië, die tijdens zijne gevangenschap eenen inval in zijn rijk was komen doen, en stond op het punt Soissons te bemachtigen, toen Fredegonde, de vrouw van Chilperik, hem te Vitry liet vermoorden (575).
II, tweede zoon van Dagobert I, was koning van Austrasië van 638 tol 656, liet het regeeringsbeleid geheel en al over eerst aan bisschop Cunibert, daarna aan hertog Adalgisus, en eindelijk aan den majordomus Grimoald. Zijne voornaamste bezigheid bestond in het stichten van kloosters. Onder zijne regeering werden de Austrasiërs verslagen door eenen in opstand gekomen Thuringer, met name Radulf. Toen S. II stierf, liet hij een zoon na, Dagobert II, die echter spoedig van den troon werd gestooten door Grimoald, wiens eigen zoon doorhem tot koning werd verheven, onder den naarn van Childeberl II. Koning S. II werd later gecanoniseerd; kerkelijke gedenkdag 1 Febr.