ook Joedra, Juthia en Dwarawaddi genaamd, voormalige hoofdstad van het koninkrijk Siam, was groot en bloeiend vóór 1766, >n welk jaar S. groolendeels verwoest werd door de Birmanen; het telt thans nog omstreeks 100,000 inw., en ligt 9 mijlen benoorden Bangkok, de tegenwoordige hoofdstad van het kaninkrijk S., ook koninkrijk Thai genaamd, dat in Achter-Indië eene uitgestrektheid beslaat van 14,536 vierk. mijlen, bestaande uit de landschappen S. (het eigenlijke Siam) en Cambodzja, en uit de landen der cijnsplichtige maleische vorsten en der Laos. Het is een zeer bergachtig en bosebrijk land, met den Salwen en den MenangKong tot voornaamste rivieren.
Ook het eiland Djonkseilon behoort lot S. De bevolking van S. is op 7 millioen zielen te schatten, waarvan 5 millioen Siameezen, die zich Thai (d. i. Vrijen) noemen, en het Boeddhismus belijden; van de overige 2 millioen zijn de helft Chineezen, omstreeks 300,000 Maleiers, die verscheidene vasalstaatjes vormen op het schiereiland Malakka, eenige duizenden bet Christendom belijdende afstammelingen van portugeesche kolonisten, en ongeveer 15 duizend tot het Christendom gebrachte inboorlingen. De voornaamste momenten in de geschiedenis van S. zijn de invoering van het Boeddhismus uit Indië; de invoering van het Christendom (1547) door de Portugeezeu; de verdrijving (1629) van de Portugeezen door de Hollanders; hot oerhand-nemen van den franschen invloed (1663—89); de vernietiging van den franschen invloed en de ontwikkeling van den hollandschen handel; de verovering van S. door de Biriuanen omstreeks de helft der 18e eeuw; de verdrijving van de Birmanen door Pitak of Piatak (1769), en de vestiging van eene nieuwe dynastie doorden veldheer Sjakri. Een achterkleinzoon van Sjakri usurpeerde 1824 den troon, en veroverde in 1829 Laos; bij zijn dood (1851) kwam een afstammeling van de oude dynastie op den troon, die echter reeds spoedig stierf (1852) en opgevolgd werd dooreen broeder, die 18 April 1855 een tractaat van koophandel sloot met Engeland, en vervolgens ook met de meeste zeevarende mogendheden van Europa. In 1856 zond deze vorst een gezantschap naar Europa, hetgeen eehter niet zulk een wonder was als vrij algemeen gedacht is, want reeds twee eeuwen geleden (in 1680) kwam een Siameesch gezantschap naar Frankrijk, en werd door Lodewijk XIV ten gehoore ontvangen.