(don), geb. omstr. 1800 te Malaga, advokaat aldaar, bekleedde verscheidene openbare ambten, tot hij 1838 stil ging leven. Hij is een grondig kenner van het Arabisch,en heeft belangrijke studiën over de letterkunde der Morisken geleverd.
Melding verdient ook zijne schoone novelle Christianos y Moriscos (Madrid 1838); vol geestigheid en waarheid zijn zijne Escenas andaluzas (Madrid 1847); en als verdienstelijk dichter heeft C. zich doen kennen door zijne Poesias del solitario (2 dln. Madrid 1833—-40).
