fransch letterkundige, geb. 1721 te Lasalle bij Alais, gest. 1766, bekleedde eenigen tijd een door Frederik V gestichten leerstoel der fransche letterkunde te Kopenhagen, en keerde vervolgens naar FYankrijk terug, waar hij redacteur werd van het »Journal encyclopédique". Hij toonde zich een ijveraar voor de philosophische overdrijvingen van zijnen tijd, hetgeen hem gevangenzetting in de Bastille berokkende.
Zijne voornaamste werken zijn: Zoroastre (1751); Origine des Guèbres on la religion naturelle en action (1751); Origine, progrès et décadence de l'idolâtrie (1756). De beide laatstgenoemde werken haalden hem de gerechtelijke vervolging op den hals. Het meest geacht is zijn Tableau de Thistoire moderne depuis la chute de l’empire d’Occident ;usquà la paix de Westphalie (1766).