stad in het hongaarsche comitaal Pesth, 9 uren gaans bezuiden Kalotza. De bewoners van P. werden aanvankelijk gebezigd om dienst te doen bij het vervolgen van rooverbenden; later werden zij georganiseerd tot een vrijkorps voetvolk, dat de kern werd van alle latere oostenrijksche vrijkorpsen, welke dan ook naar dit eerste den naam ontvingen van Pandoeren.
In kleine oorlogen hebben die infanterie-vrijkorpsen,aangevoerd door vermaarde partijgangers (zooals Trenck), gewichtige diensten aan de Oostenrijkers bewezen.