koning van Assyrië en vermaard veroveraar, kwam op den troon omstr. 1968 v. Chr. als opvolger van zijn vader Belus, die hel koninkrijk Ninive met het koninkrijk Babylonië vereenigd had.
Met de Arabieren ging N. een verbond aan; hij legde eene schatting op aan den koning van Armenië; hij onderwierp Medië, na den koning van dat land verslagen, gevangen genomen en gekruisigd te hebben; ook Egypte onderwierp N. aan zijn gezag, en deed vervolgens eenen inval in Bactriana, waar hij al de steden innam of tot capituleeren dwong, alleen Bactra uitgezonderd, van welke stad hij zich eindelijk toch ook meester maakte door de hulp van Semiramis, de vrouw van een zijner veldheeren. Na de bemachtiging van Bactra trouwde hij met Semiramis, die hem eenen zoon schonk, en die, toen N. omstr. 1916 v. Chr. stierf, verdacht werd hem uit den weg geruimd te hebben door middel van vergif. Zij volgde hem op in de regeeriug. Door N. was Ninive zoo aanmerkelijk vergroot, dat hij beschouwd kan worden als de eigenlijke stichter van die stad, die dan ook naar hem genoemd werd.II, of Ninyas, zoon van den vorige, was nog zeer jong toen zijn vader stierf, zoodat zijne moeder Semiramis zich van het regentschap meester maakte, cn het daarheen leidde, dat zij de tengels van het bewind in handen hield 42 jaren lang. Volgens sommigen liet haar zoon haar eindelijk vermoorden (1874 v.Chr.) ; volgens anderen stierf zij haren nalniirlijken dood, na eerst afstand van den troon gedaan te hebben. De overige regeering van N. II (1874—1836 v. Chr.) kenmerkt zich door niets bijzonders ; met hem begint de lijst der koninklijke nulliteiten, die in Assyrie den troon hebben bezeten.