een landschap van Azië, zijnde het tegenw. khanaat Balk, in onafhankelijk Turkestan, was eertijds veel grboter. Het grensde ten Z. aan de Paropamisische bergen en den Indus,ten N.aan Sogdiana, ten 0. aan Scythië.
Er zijn zeer hooge bergen; 't klimaat is afwisselend, over het algemeen eer koud dan warm; de bevolking was oorlogzuchtig, bestaande uit gemengde rassen, waarin hctscytische element echter de overhand had. B. vormde een der groote satrapien van de perzische monarchie. Ten tijde van Alexander vermoordde Besus, satraap van B., Darius zijn meester, ten einde de souvereiniteit in zijne satrapie magtig te worden en er een onafhankelijk rijk van te maken, doch het gelukte hem niet; Alexander voegde dit land bij zijne veroveringen. De Seleuciden behielden het tot onder de regering van Antiochus Theos, in 256 v. Chr. Nu hernam B.deszelfs onafhankelijkheid en had achtereen 6 grieksche koningen : Theodotusl (256), Theodotus 11 (243), Euthydemes (221), Menander (195), Eucratides 1 (181) en Eucratides II (147—141 v. Chr.) : dit noemt men het grieksche rijk van Bactriana. Deze greco-bactrische koningen hadden de grenzen van hun rijk uitgebreid ten koste van Indië eenerzijds, van Sogdiana en van de Scythen andererzijds,doch hoofdzakelijk ten koste van de Seleuciden. Bij hunnen val maaklen de Arsaciden van Parthie zich meester van al hunne veroveringen in het westen; in 121 namen de Scythen het overige in bezit en stichtten een nieuw koningrijk Bactra, dat in de uitgestrektheid zijner grenzen veelvuldige wisselingen onderging.