laatstelijk procureur-generaal bij het koninkl. geregtshof van Parijs, aldaar geb. 1761 en gest. 1826, onderscheidde zich eerst, als advokaat, door de verdediging van een aantal slagtoffere der omwenteling. Vervolgens lid geworden van den algemeenen raad der Seine, was hij een der eersten, die er op aandrongen Napoleon van den troon vervallen te verklaren.
Bij de restauratie tot proc.-gen. benoemd, debuteerde hij als zoodanig met de vervolging tegen den maarschalk Ney, en maakte zich vooral bekend door zijne strengheid tegen de drukpers. Zijne complete werken verschenen in 6 dln. 1828.